Begroting 2021

Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Op 2 maart 2015 is de nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen” vastgesteld door de raad van Wassenaar. Deze nota formuleert de kaders voor succesvol risicomanagement. De weerstandsratio van Wassenaar is 11,5. Volgens de breed gedeelde normering die ontwikkeld is door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in samenwerking met de universiteit Twente kan een weerstandsratio van minimaal 2 getypeerd worden als ‘uitstekend’.

Risico’s
Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een negatief gevolg voor de organisatie. Met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Door een goed systeem van risicomanagement kunnen bestuurders en managers vervolgens voor risico’s, die het behalen van de doelstellingen van de organisatie bedreigen, passende beheersmaatregelen nemen. Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel opgesteld. Conform de nota “risicomanagement en weerstandsvermogen” toont het onderstaande overzicht de tien grootste risico's met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Het overzicht is aangevuld met de getroffen beheersmaatregelen. Bij de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit gaat het college uit van deze ‘top 10’. De top 10 behelst circa 90% van de totale financiële omvang van de risico’s. Om voldoende dekking hebben voor deze kleinere risico’s, wordt daarnaast een buffer van 10% (van de benodigde weerstandscapaciteit) van de 10 grootste risico’s gehanteerd.

De top 10 belangrijkste risico’s

Risico

Gevolgen

Maatregelen

De systematiek van de verdeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt vereenvoudigd/ herzien. Aanvankelijk werd verwacht dat de aanpassing met ingang van het uitkeringsjaar 2021 in zou gaan maar ongunstige modeluitkomsten voor het klassieke deel van het gemeentefonds hebben er voor gezorgd dat meer onderzoek nodig is. De uitkomsten van die operatie worden in het najaar van 2020 verwacht waarmee de nieuwe verdeelmodellen zoals het zich nu laat aanzien met ingang van 2022 van kracht kunnen gaan worden.
Bij de herziening zal de belastingcapaciteit van een gemeente in de vorm van WOZ waarde, zijnde de negatieve maatstaf, van grotere invloed worden. Voor de gemeente betekent dit waarschijnlijk een aanzienlijk structureel nadeel. Daarnaast worden het klassieke en het sociaal domein-verdeelmodel aangepast. Van het laatste is inmiddels bekend dat hier voor gemeenten van onze omvang een gemiddeld nadeel van € 33,- per inwoner aan verbonden zal zijn.

Daarnaast kan als gevolg van onderuitputting op de Rijksbegroting, eventueel minder uitkeren van de onderuitputting van het BTW-compenstatiefonds of verschillen in de mate waarin de landelijke en gemeentelijke uitkeringsbasis zich ontwikkelen, en het niet na 2021 niet uitgekeerd krijgen van de extra tegemoetkoming voor de jeugd van €280.000, de algemene uitkering uit het gemeentefonds achterblijven bij de raming.
Hierbij moet de nuancering worden gemakt dat de accressen voor 2020 en 2021 vooralsnog bevroren zijn zolang er zich geen grote ontwikkelingen voordoen.

Financieel - Negatief budgettair effect dat ombuigingen/bezuinigingen met zich mee kan brengen., Effect op doelstellingen - De bezuinigingen kunnen een dusdanige omvang aannemen dat voorgenomen beleid(sintensiveringen) niet (volledig) en misschien wel alleen getemporiseerd uitgevoerd kan worden.

De ontwikkelingen op het gebied van de herverdeling van het gemeentefonds worden op de voet gevolgd.
In de begroting wordt al gedeeltelijk rekening gehouden met negatieve structurele effecten van de voorgenomen herziening. Voor 2022 houden we rekening met een nadelig effect van € 384.000 (€ 15 per inwoner), voor 2023 met € 512.000 (€ 20 per inwoner), en voor 2024 en verder met € 768.000 (€ 30 per inwoner). Daarna dient een dan nog resterend nadeel volledig in de exploitatie te worden verwerkt.

Structurele meerkosten als gevolg van de ontvlechting van de GR WODV naar de gemeenten*

De colleges hebben op 23 juni 2020 vastgesteld dat zij een besluit wensen te nemen over een taakoverdracht vanuit de GR WODV naar de gemeenten. Het meest vergaande scenario is de volledige opsplitsing van de WODV naar de twee gemeentelijke organisaties. Bij een zelfde kwantiteit en kwaliteit van dienstverlening zal een structurele kostenstijging plaatsvinden. in de afgelopen jaren zijn immers op meerdere terreinen regelgeving, beleid, uitvoering van beleid en veel primaire processen tussen de twee gemeenten geharmoniseerd. Als gevolg daarvan is het mogelijk geweest om de taken met minder personeel uit te voeren. Het doorknippen van de organisatie betekent dat de voordelen van harmonisatie vervallen. Structurele lasten zien met name op extra personeel.

Ambitieniveau bijstellen en/of taken slimmer organiseren

Verantwoordelijkheid Sociaal Domein (incl. Jeugd)

Financieel - Financieel verantwoordelijk voor het gehele sociaal domein. Het zijn open einde regelingen. De stijging van de doelgroep, stijging van de zorgkosten en de toenemende vraag naar complexe zorg zijn de belangrijkste factoren. De ramingen voor jeugdhulp zijn binnen het sociaal domein het grootste onderdeel van het risico door grote fluctuaties in de ramingen.

Actief: Als beheersmaatregel is de reserve sociaal domein ingesteld om eventuele incidentele tekorten mee te dekken of risico's mee op te vangen. De omvang van het risico is 20% van het budget. Daarnaast investeren in innovatie en preventie. Voor jeugd is er specifiek een actieplan opgesteld om de kosten terug te dringen.

Incidentele kosten voor realisatie ontvlechting van de GR WODV*

De colleges hebben op 23 juni 2020 vastgesteld dat zij een besluit wensen te nemen over een taakoverdracht vanuit de GR WODV naar de gemeenten. Het meest vergaande scenario is de volledige opsplitsing van de WODV naar de twee gemeentelijke organisaties. Voor de splitsing an sich zijn incidentele kosten verbonden. Het betreft onder andere projectkosten, ICT, personeel en communicatiekosten.

Temporiseren van de ontvlechting, waardoor eigen personeel kan worden ingezet.

Arbeidsmarkt: Het aantrekken en behouden van voldoende en kwalitatief goed personeel is afhankelijk van de aantrekkingskracht van de WODV en het aanbod op de arbeidsmarkt. Het verloop bij de WODV laat een stijgende lijn zien, evenals het aantal vacatures. Voor steeds meer functies zijn moeilijk of geen geschikte kandidaten te vinden. Voor een deel wordt dit veroorzaakt door krapte op de arbeidsmarkt. Een andere reden is de positie van de WODV; het is bekend dat het voortbestaan van de organisatie in de huidige vorm al geruime tijd ter discussie staat. Om de bedrijfsvoering en/of de voortgang van de collegeprogramma’s niet in gevaar te brengen, is het op bepaalde posities steeds vaker noodzakelijk om in te huren. Soms levert ook dat een probleem op, omdat goede inhuurkrachten ook steeds schaarser worden.

Financieel - De noodzaak om in te huren wordt steeds groter, wat hogere kosten met zich meebrengt.

Continuïteit - Taken kunnen in het gedrang komen en kennis kan verdwijnen uit de WODV.

Om de bedrijfsvoering en/of de voortgang van de collegeprogramma’s niet in gevaar te brengen, wordt op bepaalde posities steeds vaker het besluit genomen om in te huren. Verder wordt door de WODV gekeken naar diverse maatregelen hoe haar positie als werkgever aantrekkelijker gemaakt kan worden.

Een groter beroep op de uitkeringsregelingen (open einde regeling Wet BUIG bundeling van uitkeringen inkomensvoorzienig aan de gemeenten) en het niet in aanmerking komen voor de Vangnetregeling

Financieel - De gemeente loopt het risico dat de lokale ontwikkeling van het bijstandsvolume in negatieve zin afwijkt van de landelijke ontwikkeling waardoor de rijksbijdrage te kort schiet. Het maximale risico dat de gemeente loopt in een uitkeringsjaar voor de uitvoering van de BUIG is gemaximeerd op 10% voor 2020. Het mogelijke tekort is voor € 120.000 meegeraamd. Echter is er het risico dat het tekort hoger is en de gemeente niet in aanmerking komt voor de Vangnetregeling omdat niet aan de voorwaarden wordt voldaan. Effect op doelstellingen - niet iedereen kan in gelijke mate ondersteund worden bij participatie in de samenleving

Actief - Het ingeschatte eigen risico is gedeeltelijk meegeraamd in de begroting
Geïmplementeerd - extra inzetten op uitstroom, extra inzetten op werkgelegenheid waardoor aan de voorwaarde van de vangnetuitkering wordt voldaan

Boete door de Autoriteit Persoonsgegevens en imagoschade vanwege overtreding van de AVG.

Financieel: boete te betalen omdat de gemeente de AVG fors heeft overtreden

Door de kwartiermaker AVG zijn diverse beheersmaatregelen binnen de organisatie in gang gezet.

De uitbraak van het coronavirus en de ontstane coronacrisis

De uitbraak van het coronavirus en de ontstane coronacrisis hebben grote gevolgen. Bij het opstellen van de begroting is de financiële impact van de uitbraak van het coronavirus voor de gemeente Wassenaar in 2021 en verder nog niet duidelijk. Dit zal namelijk mede afhangen van de wijze waarop de uitbraak van het coronavirus kan worden beheerst. Net als andere gemeenten kunnen we denken aan tegenvallende (belasting)inkomsten en gestegen uitgaven aan sociale bijstand en sport- en cultuurvoorzieningen.

De ontwikkelingen op het gebied van de coronacrisis worden op de voet gevolgd.

Omgevingswet: Een adviesbureau heeft in samenwerking met de werkorganisatie Duivenvoorde gekeken naar de financiële impact voor de invoering van de Omgevingswet en geconstateerd dat mogelijk te weinig is begroot aan invoeringskosten.

Financieel: Extra kosten om de invoering van de Omgevingswet mogelijk te maken.

De kosten m.b.t. de invoering van de Omgevingswet worden constant gemonitord en indien nodig worden voorstellen aan de gemeenteraad voorgelegd om bij te sturen.

Groencompensatie ambassade (onteigening)

Financieel - Extra kosten om doel te bereiken

De onteigeningsprocedure om het terrein beschikbaar te krijgen loopt nog. De mogelijkheid is gewaarborgd om op elk moment de onteigeningsprocedure te staken.  

* Scenario's toekomst werkorganisatie Duivenvoorde, 2018

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio weerstandsvermogen en afgezet tegen de algemeen geldende weerstandsnorm. Die ratio geeft de verhouding weer tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten is in onderstaande figuur weergegeven.

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

€ 53.069.000

=11,5

Benodigde weerstandscapaciteit

  € 4.626.000

De raad heeft besloten om minimaal een ratio van 2,0 te hanteren, dit staat voor een uitstekend weerstandsvermogen. Hierbij wordt de normeringssystematiek voor weerstandsvermogen gehanteerd, die ontwikkeld is door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in samenwerking met de universiteit Twente. Zij hanteren de volgende waarderingstabel ratio weerstandsvermogen.

Kwalificatie ratio weerstandsvermogen

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

2,0 < x

Uitstekend

B

1,4 < x < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < x< 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

X < 0,6

Ruim onvoldoende

De ratio weerstandsvermogen van de gemeente Wassenaar is derhalve uitstekend.

Kengetallen
Per 2015 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gewijzigd. In de begroting en jaarrekening dienen een zestal kengetallen opgenomen te worden. De kengetallen maken het de leden van provinciale staten en de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun provincie of gemeente. Eerst wordt de samenvatting van de kengetallen weergegeven gevolgd door een toelichting.

Indicatoren Wassenaar (%)

Normen VNG
(%)

Kengetallen:

2019

2020

2021

Voldoende

Matig

Onvoldoende

Verslag

Begroting

Begroting

1a. Netto schuldquote

-63

-50

-32

<100

>100 / <130

<130

1b. Netto schuldquote
gecorrigeerd voor verstrekte
leningen

-67

-55

-36

2. Solvabiliteitsratio

73

71

70

>50

<50 / >30

<30

3. Structurele exploitatieruimte

0,45

1,11

0,87

>0,6

<0,6 / >0

0

4. Grondexploitatie

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

Geen norm

5. Belastingcapaciteit

158

163

168

<100

>100 / <120

>120

1. Netto schuldquote
De netto-schuldquote vergelijkt de leningen van de gemeente (met aftrek van de geldelijke bezittingen) met de totale baten van begroting en jaarverslag. Hiermee geeft deze indicator inzicht in de mate waarin de begroting 'vastligt' voor door rente en aflossing. De bovenstaande tabel presenteert hiernaast ook de schuldquote gecorrigeerd voor de leningen die de gemeente heeft uitstaan (deze middelen vloeien immers op termijn terug, bijv. SVN-startersleningen en ambtenarenhypotheken). Op beide indicatoren scoort de gemeente Wassenaar negatief, dat betekent dar er per saldo geen sprake van een schuld is maar van bezit hetgeen uiteraard meer dan 'voldoende' scoort.

2. Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen (balanstotaal) is gefinancierd uit eigen middelen (eigen vermogen). Wassenaar scoort met 70% volgens de VNG-normen meer dan 'voldoende'.

3. Structurele exploitatieruimte
De indicator 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte (structurele baten min structurele lasten) zich verhoudt tot de totale begrotingsbaten. Dit laat zien in hoeverre de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen. De Wassenaarse begrotingsruimte is gestegen ten opzichte van het jaarverslag 2019 en is volgens de VNG-normen voldoende.

4. Grondexploitatie
Het financiële kengetal 'grondexploitatie' geeft aan hoe groot de investeringen in grondposities (boekwaarde) zijn ten opzichte van de jaarlijkse baten. Wassenaar kent geen grondexploitaties derhalve is deze indicator niet relevant.

5. Belastingcapaciteit
De indicator 'belastingcapaciteit' drukt uit hoe de woonlasten (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) zich verhouden tot het gewogen landelijk gemiddelde. Hoge woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde drukken uit in hoeverre de gemeente al de eigen inkomsten aanspreekt en dus ook beperkt is in het verkrijgen van extra inkomsten. Woonlasten onder het landelijk gemiddelde waardeert VNG als 'voldoende', woonlasten tussen het landelijk gemiddelde en 120% hiervan als 'matig' en woonlasten hoger dan 120% als 'onvoldoende'. De woonlasten in Wassenaar liggen hoger dan het landelijk gemiddelde en zijn ook verder gestegen ten opzichte van het jaarverslag 2018.

Conclusie voor de financiële positie
De ontwikkeling van de kengetallen geeft aan dat Wassenaar een uitstekende vermogenspositie heeft, voldoende structurele exploitatieruimte heeft en geen risico loopt op (niet ingenomen) grondposities. Daar tegenover wordt geconcludeerd dat de lastendruk landelijk vergeleken hoog is.

Deze pagina is gebouwd op 10/13/2020 14:30:28 met de export van 10/13/2020 14:21:07